Laadproces & degradatie van Li-Ion Batterijen
De meeste elektrische auto's zijn uitgerust met Lithium-ion batterijen. Het oplaadproces van deze batterijen kan worden vereenvoudigd tot twee fasen. In eerste instantie wordt de batterij opgeladen met een constante stroom, waarbij de laadstroom op zijn hoogst is en de batterij het snelst oplaadt. Zodra de batterij een bepaalde spanning bereikt, gaat het opladen over naar de volgende fase. Hierbij wordt een constante spanning toegepast op de batterij, waardoor de laadstroom geleidelijk afneemt. Meestal vindt deze overgang tussen de twee fasen plaats wanneer de batterij ongeveer 80% van zijn totale capaciteit heeft bereikt.
Tot 80% wordt de batterij dus met de maximale snelheid opgeladen, maar daarna wordt de laadsnelheid geleidelijk verlaagd. Bij snelladen doorloopt de batterij alleen het eerste deel van het oplaadproces. Snelladen is veilig voor het batterijpakket zolang het laadvermogen (in kW) 1,5 à 2 keer de energie-inhoud van het batterijpakket (in kWh) bedraagt (vuistregel). Het is echter schadelijk voor het batterijpakket om uitsluitend te snelladen. Het is namelijk belangrijk om regelmatig ook het gedeelte van het oplaadproces met de constante spanning te doorlopen, omdat dit de batterijcellen onderling in balans brengt.
Bij opslag is het raadzaam om Lithium-ion batterijen niet volledig opgeladen te bewaren. Een volledig opgeladen batterij die niet wordt gebruikt, kan namelijk leiden tot degradatie (onomkeerbare verlaging van de maximumcapaciteit). Ideaal is om de batterij in een koele omgeving te bewaren en deze te laten rusten met een lading van ongeveer 25% à 50%.